DE (ON)BEPERKTE STAD: HOE ONTWERPKEUZES DE TOEGANKELIJKHEID VAN STEDEN BEÏNVLOEDEN
Hoe zorgen we ervoor dat iedereen, ongeacht zijn of haar fysieke beperkingen, zich thuis kan voelen in de stad? Deze vraag stond centraal in het onderzoek De (On)Beperkte Stad, een initiatief van Dura Vermeer in samenwerking met de gemeente Rotterdam en Social Snackbar. Het doel was om de toegankelijkheid in kaart te brengen en te onderzoeken hoe ontwerpkeuzes in stedelijke ontwikkelingen dit beïnvloeden. Tijdens de week van de Toegankelijkheid maken we de balans op: hoe kijken onze collega’s eigenlijk naar dit thema en hoe vertaalt het zich naar hun werk? Aan het woord: Nicolle Terlouw, directeur vastgoedontwikkeling in de regio Zuid West.
Voor Nicolle, die vanuit haar rol als directeur vastgoedontwikkeling bij Dura Vermeer nauw betrokken is bij de ontwikkeling van de stad, bracht het onderzoek een aantal belangrijke eye-openers. Het werd duidelijk dat toegankelijkheid geen vanzelfsprekend onderwerp is in de vroege ontwerpfase van projecten. Maar waarom eigenlijk niet?
Ontwerpkeuzes met sociale impact
“Bij gebiedsontwikkelingen worden in een vroeg stadium al onbewuste keuzes gemaakt die bepalend zijn voor de rest van de ontwikkeling,” vertelt Nicolle. “Eerst tijdens het rekenen en tekenen en telmodellen om tot een haalbaar plan te komen in een gebied. Later in het proces wordt vaak gekeken naar het ‘mooie plaatje, visuele aantrekkelijkheid. Maar inmiddels wordt er ook beter bekeken of het werkt, of het een fijne plek is om te zijn, een gezonde plek, en of er ruimte is voor iedereen, sociaal gezien. Deze vragen lijken vanzelfsprekend, maar volgens Nicolle staan ze nog niet vaak genoeg op de agenda bij ontwikkelaars en opdrachtgevers. “Het gaat erom dat ontwerpkeuzes niet alleen esthetisch aantrekkelijk zijn, maar ook praktisch en inclusief. Bijvoorbeeld: hoe beweegt iemand in een rolstoel door een gebied? En hoe draagt het ontwerp bij aan verbinding tussen bewoners en gebruikers? Ook deze keuzes zouden vaker al eerder bewust op tafel moeten komen.”
Rechtvaardigheid in de ontwerppraktijk
Een opvallende bevinding uit het onderzoek is dat er nog veel onbewuste blinde vlekken zijn als het gaat om toegankelijkheid. Het sluit aan bij een bredere dialoog over de rechtvaardige stad. Een concept wat volgens Nicolle vrij nieuw is in hun vakgebied “We houden altijd rekening met kaders, zoals financiën, duurzaamheid, woning categorieën etc. Maar we staan onvoldoende stil of in een gebiedsontwikkeling iedereen gelijkwaardig kan meedoen. Het is nog geen vanzelfsprekendheid om over dit soort dingen na te denken.”
Het vraagt om een verschuiving in de manier waarop ontwerpers en ontwikkelaars naar ruimtelijke ontwikkeling kijken. Toegankelijkheid moet een integraal onderdeel worden van het ontwerp, net zoals duurzaamheid een standaardvereiste is geworden. “We stellen altijd een team samen bij een project,” zegt Nicolle, “en daarin hebben we invloed op de keuzes die gemaakt worden. Duurzaamheidsprestaties zijn nu een belangrijk aandachtspunt, maar toegankelijkheid moet ook onderdeel zijn van de dagelijkse praktijk.”
Verantwoordelijkheid voor de lange termijn
Als opdrachtgever speelt Dura Vermeer een belangrijke rol in het sturen van deze ontwikkelingen. “De keuzes die wij maken, hebben gevolgen voor de komende honderd jaar of langer. We hebben een belangrijke verantwoordelijkheid om die keuzes zo goed mogelijk te maken. Dat betekent ook dat we bewuster moeten worden van wat toegankelijkheid en sociale cohesie inhoudt en hoe we erop kunnen sturen dat iedereen mee kan doen in een gebied.”
Kleine ontwerpkeuzes kunnen een groot verschil maken. Nicolle noemt als voorbeeld de plaatsing van voordeuren naast en tegenover elkaar, waardoor buren elkaar makkelijker tegenkomen. “Toegankelijkheid gaat niet alleen over fysieke toegankelijkheid, zoals rolstoeltoegankelijkheid. Het gaat ook over sociale verbinding en het bestrijden van eenzaamheid.”
Een maatschappelijk kwaliteitsplan
Een van de uitkomsten van het onderzoek De (On)Beperkte Stad is het inzicht dat er naast een beeldkwaliteitsplan ook een maatschappelijk kwaliteitsplan op zijn plaats zou zijn in gebiedsontwikkelingen. Een dergelijk plan legt de nadruk de randvoorwaarden en uitgangspunten op gebiedsniveau om een sociaal inclusief gebied te borgen. “Het klinkt zo logisch, dat je je afvraagt waarom dit nog niet standaard is,” zegt Nicolle. Dit heeft volgens haar te maken met bewust en onbewust handelen. Een ontwikkelaar is vaak betrokken bij het ontwerp en de vergunningverlening, maar zodra het project wordt gerealiseerd, zijn het de woningcorporaties, beleggers en bewoners die daadwerkelijk ervaren hoe het is om in het gebied te wonen. “Wij zijn er aan de voorkant bij, maar daarna neemt onze betrokkenheid af. We moeten vaker teruggaan om te zien hoe het ontwerp in de praktijk werkt en meer praten met gebruikers.”
Toegankelijkheid als onderdeel van de complexiteit van de opgave
Echt goede toegankelijkheid is echter niet altijd gemakkelijk te realiseren in de opeenstapeling van ambities waar we als sector mee te maken hebben. Gebieden moeten er fraai uit zien en inspelen op bijvoorbeeld de energietransitie, klimaatadaptiviteit, duurzaamheid en natuurinclusiviteit. Maar het moet ook nog betaalbaar, verkoopbaar en goed te onderhouden zijn. “Natuurlijk wil je dat ieder gebied dat volledig voorbereid is op brede toegankelijkheid. In de huidige markt moeten we in deze opeenstapeling van ambities soms keuzes maken om ervoor te zorgen dat de gebiedsplannen niet in de ontwerpfase blijven steken,” legt Nicolle uit. “Maar met een brede blik kunnen we daar in ieder geval weloverwogen keuzes in maken waar we de omgeving goed optimaliseren en waar minder. Zoals in het onderzoek zo mooi wordt gezegd door een van de ervaringsdeskundigen: “Niet iedere plek hoeft voor iedereen te zijn, zolang er voor iedereen maar plek is.”
Leren van het verleden, bouwen voor de toekomst
Wat Nicolle vooral heeft geleerd uit het onderzoek, is dat er nog veel te winnen valt op het gebied van toegankelijke gebiedsontwikkeling én dat het ontzettend inspirerend kan zijn om toch in een vroeg stadium al in gesprek te gaan met eindgebruikers. “Mijn ogen zijn echt geopend,” zegt ze. “Het gaat niet alleen om de fysieke toegankelijkheid, maar ook om hoe een gebied sociaal functioneert. Hoe verbind je mensen met elkaar? Hoe zorg je ervoor dat iedereen kan meedoen, ongeacht beperkingen?” Dit jaar gaan we daarom een pilot doen met het opstellen van een maatschappelijk kwaliteitsplan in een van onze prominente gebiedsontwikkelingen. Ik kijk er naar uit om te ontdekken wat voor inzichten, leerpunten en veranderingen dit ons gaat brengen.
Het onderzoek De (On)Beperkte Stad toont aan dat toegankelijkheid niet alleen een kwestie is van technische aanpassingen, maar dat het een veel breder sociaal vraagstuk is. Door in de vroege stadia van een project bewustere ontwerpkeuzes te maken, kunnen steden als Rotterdam voor iedereen een fijne, toegankelijke plek worden om te wonen, recreëren en werken.
Wil je meer horen over het onderzoek De (on)beperkte stad? Klik hier voor de opgenomen dialoog van 8 oktober 2024. Op deze dag, tijdens de Week van de Toegankelijkheid, organiseerden AIR en Rotterdam Onbeperkt een avond over de toegankelijke stad in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam.
Ben je benieuwd naar de persoonlijke verhalen van experts en ervaringsdeskundigen uit De (On)beperkte Stad? De publicatie is te downloaden via deze link. https://www.duravermeer.nl/nieuws/publicatie-tussenruimte-1/
Dit artikel is onderdeel van een reeks die voortkomt uit de Programmalijn Sociale Impact en draagt bij aan onze pijler 'samenleving versterken' vanuit ons kompas Het Goede Doen. We stimuleren bewustwording en concrete acties voor een inclusieve samenleving waarin iedereen kan deelnemen. Onze focus ligt op duurzame, structurele impact, zodat de leefomgevingen die we vandaag ontwikkelen, ook in de toekomst inclusief en toegankelijk blijven.