De toekomst is houtkleurig
Weener XL in de spotlight
Een gebouw waarin hout de hoofdrol speelt, dat is het nieuwe kantoor van werk- en ontwikkelbedrijf Weener XL in ’s-Hertogenbosch. Voor zowel constructief adviseur Rob van Gestel (foto: links) van Archimedes Bouwadvies als senior bouwkundig engineer Sven Geurts (foto: rechts) van Dura Vermeer Bouw Zuid een bijzonder project. “Je voelt je heel klein onder die grote houten balken.”
Een vriendelijk ogend gebouw voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt met een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk, dat was in grote lijnen de wens van Weener XL voor hun nieuwe onderkomen. Een gebouw van ruim 14.000 vierkante meter waar jaarlijks zo’n 17.000 mensen worden ontvangen voor onder meer dagbesteding, begeleiding naar een nieuwe baan of hulp bij hun uitkering. “Het creëren van een huiselijke warme sfeer in zo’n enorm gebouw, is best een uitdaging”, vertelt constructief adviseur Rob van Gestel die met zijn bedrijf Archimedes Bouwadvies vanaf de gewonnen ontwerpteamtender betrokken is bij het project. “De toekomstige gebruiker staat bovenaan de prioriteitenlijst voor de opdrachtgever. De gebruikers moeten zich veilig en thuis voelen in het gebouw.” Ook duurzaamheid staat hoog in het vaandel bij de opdrachtgever wiens slogan: ‘Geen afval, geen uitval’ is. “Ze proberen zelf zo weinig mogelijk afval te produceren en een werkomgeving te bieden die bijdraagt aan zo weinig mogelijk uitval”, legt Rob uit. “Wij wilden een gebouw realiseren dat bijdraagt aan die denkwijze.”
Weener XL
Weener XL
‘Ik moet dit doen’
De keuze voor hout was snel gemaakt. Rob: “Hout is een materiaal met een warme prikkelarme uitstraling. Het heeft een hoog aaibaarheidsgehalte. Daarbij houdt het CO2 vast, is het licht in transport waardoor het weinig bijdraagt aan de stikstofuitstoot, is het herbruikbaar en past het goed bij de wens van de opdrachtgever om modulair te bouwen met het oog op uitbreiding in de toekomst. Een perfecte match dus!” Dura Vermeer Bouw Zuid haakte aan als bouwteampartner om het ontwerp te realiseren. Toen senior bouwkundig engineer Sven Geurts in de wandelgangen voor het eerst hoorde over het project was hij direct enthousiast: “Vroeger timmerde ik elke woensdagmiddag bij mijn opa in de werkplaats. De houtkrullen vlogen mij om de oren, en dat gevoel is altijd blijven hangen. Ik móest dit gewoon doen.”
Hout in de spotlight
De passie was ook voelbaar bij partner Archimedes. “Vaak verdwijnt mijn werk uit het zicht na ruwbouwfase, maar de opdrachtgever en het ontwerpteam hebben ervoor gekozen de houten constructie volledig in het zicht te laten. Als constructeur is dat natuurlijk een droom.” Esthetisch gezien heeft het in zicht houden van het hout volgens de mannen een grote meerwaarde voor de doelgroep ten opzichte van andere bouwmaterialen: “Staal en beton zijn harde, kille materialen. Je merkt dat qua geluid, maar ook letterlijk als je het vastpakt. Hout straalt daarentegen warmte uit én doordat de constructie in zicht blijft, krijg je een heel eerlijk gebouw. What you see, is what you get. Het gebouw is open en transparant en je weet altijd waar je bent”, aldus Rob. De constructief adviseur vertelt trots dat de gebruikers onder de indruk zijn: “We zijn recent met een groep gebruikers door het gebouw gelopen. Ze vonden de sfeer nu al fijn en het is nog niet eens ingericht. Het geeft een kick dat wat we op papier hebben bedacht, in werkelijkheid ook werkt.”
Weener XL entree
Puzzel
Eenvoudig was het overigens niet om het gebouw te laten ‘werken’, geeft Sven toe. Hij is in een vroeg stadium al om tafel gegaan met Rob en houtexpert en leverancier Laminated Timber Solutions (LTS) om het ontwerp en de wensen van de architect te vertalen naar een praktisch uitvoerbaar gebouw. “Er gaat veel werk zitten in een houten constructie die volledig in het zicht is. Het is echt andere koek dan de standaard beton-staalbouw. Het wegwerken van de stalen verbindingen en alle leidingen was een flinke puzzel.” Rob knikt mee: “We hebben bijvoorbeeld echt gestoeid met de installatieadviseur en de installateur over de vraag hoe we de leidingen door de balken konden laten lopen, zonder dat het afbreuk doet aan de draagkracht. Je kan niet overal de constructie perforeren zonder de capaciteit van de constructie aan te tasten.”
Extra aandacht
Ook zaken als brandveiligheid en akoestiek vroegen om extra aandacht. Sven: “Bij houtbouw is er extra massa nodig om een bepaalde akoestische waarde te halen. Massa die beton door zijn gewicht al automatisch met zich meebrengt. Tegelijkertijd willen we in het kader van duurzaamheid besparen op de hoeveelheid materiaal.” Dat vraagstuk is in dit gebouw mede opgelost door overdimensioneren en de toepassing van Lignatur-vloeren, een houten alternatief voor een kanaalplaatvloer. Een relatief nieuw product in Nederland dat om die reden volgens de engineer flink wat uitzoekwerk vergde: “We moesten producteigenschappen letterlijk nog vertalen en met een aanhangwagen de grens over om het juiste isolatiemateriaal te halen”, vertelt hij lachend. Volgens de engineer horen dat soort dingen nou eenmaal bij ‘de nieuwigheid’ van houtbouw.
Weener XL
Weener XL
Lessen
Volgens Rob is het, mede door die nieuwigheid, belangrijk dat het voor opdrachtgevers helder is dat hout andere eigenschappen met zich meebrengt dan beton en staal. “Als we willen verduurzamen zonder dat het afbreuk doet aan het comfort en gebruikersgeluk, moeten we de normen en verwachtingen van een gebouw aanpassen bij de keuze voor hout. Als je bijvoorbeeld genoegen neemt met een lagere akoestische waarde in bepaalde ruimtes, ben je veel duurzamer bezig omdat je een enorme hoeveelheid materiaal kan besparen. Het is goed om aan de voorkant van een project het verwachtingspatroon van de opdrachtgever te leggen naast de mogelijkheden die de diverse bouwsystemen bieden.” De les die Sven meeneemt naar een volgend project heeft ook betrekking op de voorkant van het project: “Ik wil nóg eerder met de houtbouwer om tafel om slimme detaillering eerder in te brengen. Hoe eerder je die kennis in het proces kan betrekken, hoe meer tijd er is om te optimaliseren en hoe efficiënter het treintje loopt.”
Trots
Desalniettemin zijn zowel Sven als Rob bijzonder trots op ‘hun’ gebouw waarvan de oplevering gepland staat in het voorjaar van 2023. “Het is fantastisch mooi. Je voelt je heel klein onder die grote houten balken. Heel imponerend.” Nu de houtkrullen Sven na jaren weer om de oren vlogen, kan hij niet wachten tot het volgende houtbouwproject. “De manier van werken is heel mooi. Omdat de constructie nu centraal staat in het ontwerp voelt het niet als ruwbouw, maar als afbouw die je aan het optrekken bent. Het geeft finesse aan het bouwproces. Een beetje alsof je als meubelmaker een gebouw aan het bouwen bent.”
Beide mannen hopen dat houtbouw op korte termijn de standaard wordt. Sven: “We moeten als bouwers niet te boek willen staan als een vervuilende sector. Wij kunnen echt een impact maken, en houtbouw is daarin een mooie stap.” Rob voegt toe dat de mechanische mogelijkheden van hout tegenwoordig bijna onbegrensd zijn: “We kunnen eigenlijk alles in hout bouwen. Er worden zelfs al woontorens gebouwd op basis van houtconstructies.” Ze zijn het erover eens: “Wij hopen dat de toekomst houtkleurig is.”