Dura Vermeer verandert Nederlandse wegenbouw met nieuwe samenwerkingsvorm in Overijssel
Het beheer van de N739 in Overijssel wordt anders dan andere wegen in Nederland: de provincie gaat niet meer betalen voor de weg zelf, maar slechts voor de mogelijkheid er vlot overheen te kunnen rijden. Dura Vermeer en de provincie Overijssel zetten vandaag, in de Week van de Circulaire Economie, hun handtekening onder de nieuwe samenwerkingsvorm. Het gaat om een stuk van de N739 van Haaksbergen naar Hengelo, vanaf de aansluiting van de A35 tot aan de bebouwde kom in Hengelo. Dit stuk asfalt kan hierdoor de meest ‘circulaire weg’ van Nederland worden.
Niet alleen door materialen te gebruiken die te recyclen zijn. Op het vlak van het materiaalgebruik zijn er de afgelopen jaren onder wegenbouwers al groots uitgevente successen geboekt. Momenteel wordt in nieuwe wegen minstens veertig procent gebruikt asfalt gestopt. Dat percentage gaat de komende jaren door het gebruik van herbruikbare materialen sterk stijgen. Dura Vermeer komt daar nu ook met een nieuwe beheerconstructie bovenop.
Momenteel legt een eerste aannemer een weg aan, een tweede onderhoudt die, een derde verwijdert die weer, na jaren. In het algemeen bouwt de eerste niet zodat het onderhoud later minimaal is. Restmaterialen houden hem minder bezig. Aannemer twee heeft juist baat bij veel onderhoud. Het resultaat: onnodige kosten, sneller vervanging van het asfalt dan nodig. ’We gaan via deze proef onderzoeken of we die dynamiek kunnen veranderen’, vertelt Theo Winter, lid Raad van Bestuur van Dura Vermeer. ‘We willen pionieren met een model waarbij we al die stappen op ons nemen, dus ook verantwoordelijk worden voor hergebruik. Daardoor krijgen we bij het ontwerp en de aanleg, maar ook bij het beheer, belang bij recycling van materiaal. Daarmee komt de circulaire economie ook in de wegenbouw een grote stap dichterbij.’
EEN ONTMOETING IN OKTOBER
Het idee voor het project, dat de initiatiefnemers vandaag officieel ondertekenen tijdens de Infratech in Rotterdam, kwam tijdens een ontmoeting in oktober vorig jaar tussen Winter en Lindy Molenkamp, directeur eenheid Wegen en Kanalen van de provincie Overijssel. ‘We gaan deze proef in Overijssel starten, samen leren en kijken of het werkt’, aldus Molenkamp. ‘Dit kan een model worden dat ook elders in Nederland wordt gebruikt.’
Bert Boerman, gedeputeerde provincie Overijssel: ‘Wij stimuleren innovatie zodat bedrijven en instellingen het verder kunnen oppakken en de kans krijgen dat in Overijssel toe te passen en later uit te rollen. We hebben hier al mooie resultaten mee bereikt en staan open voor allerlei partijen om innovaties te ontwikkelen. Met dit soort proeven verleiden wij aannemers lef te tonen.’
Samen met de provincie Overijssel verwachten we dat de proef, wanneer die uiteindelijk een succes blijkt, een werkwijze kan opleveren die vooral geschikt is voor provinciale en lokale wegen in Nederland, dus voor gemeentes en provincies.
WAT ALS DE PRIJS INEENS DAALT?
Maar eerst moeten de kinderziektes in deze nieuwe manier van werken worden opgespoord. Bijvoorbeeld in de praktijk een flexibel rekenmodel optuigen bij de vraag: hoe bepaal je de restwaarde van de materialen van een weg decennia voordat je deze weer verwijdert? Want wat als de prijs van bitumen, één van de grondstoffen voor asfalt, op de wereldmarkt ineens daalt?
De proef start in april en na een jaar wordt geëvalueerd. Als het lukt hoeft de weg minder snel worden vervangen. En hoeft er over een lange periode minder asfalt te worden gebruikt om reizigers van Haaksbergen naar Hengelo heen en terug te krijgen.