Hoe groener, hoe beter: ook voor de dieren
'Het is ongelofelijk hoe diersoorten als de merel, de huismus en bijvoorbeeld vlinders en bijen onder druk staan. We moeten dit tij keren.’
Bij de realisatie van Windpark Zeewolde is de biodiversiteit in het omliggende gebied verbeterd door bosranden aan te brengen en bij de bouw van de Rottemerentunnel zijn vliegroutes voor vleermuizen over het werk gerealiseerd. Met ecologen in dienst van een bouwbedrijf wordt er gebouwd met extra aandacht voor natuurinclusiviteit, klimaatadaptatie en biodiversiteit.
Bij Dura Vermeer staan deze thema’s hoog op de agenda. Het streven is om projectgebieden minstens zo groen, maar het liefst groener achter te laten. Hiervoor zijn sinds een aantal jaar ecologen in dienst. Eén van hen is Jeroen Demmer. Hij werkt al bijna acht jaar als ecoloog bij Dura Vermeer.
Demmer merkt dat ecologen steeds meer ruimte krijgen in de bouwsector. Maar de echte meerwaarde van een ecoloog in dienst bij een bouwbedrijf zit hem vooral in de voortdurende aanwezigheid, vindt hij: ‘Doordat we in de projectteams zitten en van het begin tot het eind meelopen, kunnen we echt een verschil maken.’ Met hun specifieke kennis, zijn de ecologen van grote meerwaarde. ‘Wij kunnen tijdig wijzen op bepaalde risico’s en kansen. Graafmachines veroorzaken bijvoorbeeld mooie rechte afgravingen in de grond. Die steile afgravingen zijn perfecte broedplaatsen voor oeverzwaluwen, een beschermde diersoort in Nederland. Wij adviseren dus om de afgravingen af te dekken of ze minder steil achter te laten aan het eind van de werkdag.’
Kostbaar
Dat afvlakken of afdekken moet in het broedseizoen dus élke dag gebeuren en dat kost moeite, tijd en geld. Maar als je de ecologische omstandigheden niet goed beheerst, loop je grotere risico’s. ‘Oeverzwaluwen broeden bijvoorbeeld in kolonies. Als ze besluiten in jouw afgegraven helling te nestelen, kun je er een hek omheen zetten en ligt het werk stil tot na het broedseizoen. Dát is pas kostbaar.’ Gelukkig draait het niet meer alleen om geld, merkt Demmer. ‘Dat stadium zijn we gepasseerd. Ook bouwbedrijven willen een steentje bijdragen aan een gezonde wereld. Waar we twintig jaar geleden gewoon gingen bouwen, wordt nu al in de planfase onderzocht welke natuuraspecten een rol (kunnen) gaan spelen tijdens de uitvoering en waar vroeger alleen werd gekeken wat er wettelijk moest, kijken we nu naar wat er kán.’
Extra kansen
Bouwprojecten bieden vaak extra kansen om de natuur te versterken en de biodiversiteit te vergroten. Een mooi voorbeeld is de realisatie van Windpark Zeewolde waar verscheidene maatregelen zijn getroffen. Rondom de molens moest bijvoorbeeld alleen gras terugkomen. Maar na overleg met de opdrachtgever en terreineigenaar Staatsbosbeheer, is ervoor gekozen om bij enkele molens mantel- en zoomvegetatie aan te leggen. Hiermee wordt een natuurlijke bosrand met veel gradiënt in structuur gecreëerd: een hotspot voor biodiversiteit.
Een ander voorbeeld is project A16 Rotterdam. Hier moet de natuur tijdelijk wijken voor de aanleg van een snelweg en de Rottemerentunnel. Voor de aanleg van de tunnel moest een stuk bos worden gekapt, waarin vleermuizen leven. ‘Hoewel het bos terug geplant wordt, duurt het nog jaren voordat de bomen weer geschikt zijn als verblijfplaats. Daarom hebben wij al extra vleermuiskasten opgehangen en wordt een viertal grote vleermuiskasten bij de tunneldienstgebouwen ingebouwd. Hiermee voorzien we meteen in een behoefte en waarborgen we de aanwezigheid van vleermuispopulaties in de omgeving, terwijl de nieuwe bomen weer groeien.’
Natuurladder
Om vergroening te stimuleren, is door Dura Vermeer en Heijmans de Natuurladder ontwikkeld. Deze meettool bestaat uit verschillende volwassenheidsniveaus. Zo kunnen bouwprojecten inzichtelijk maken in hoeverre ecologie bij hen een rol speelt. Trede 1 heeft betrekking op wet- en regelgeving. Daar moet je je simpelweg aan houden als bouwbedrijf. De focus van trede 2 ligt op “als we hiermee doorgaan, verdwijnen er soorten die we nu normaal vinden”. ‘Het is ongelofelijk hoe diersoorten als de merel, de huismus en bijvoorbeeld vlinders en bijen onder druk staan. We moeten dit tij keren en keuzes maken met onze focus op een basiskwaliteit van de natuur, waarin algemene soorten algemeen blijven.’ Vanaf trede 3 wordt specifieker in projecten gekeken wat haalbaar is. Hiervoor is inhoudelijke expertise nodig, zoals in eerdergenoemde voorbeelden.
Hoewel voor de aanleg van de Rottemerentunnel natuur heeft moeten wijken, komt er straks betere natuur voor terug. Demmer: ‘Een nieuw aangeplante boom heeft inderdaad niet dezelfde ecologische waarde als een boom van 50 jaar oud, maar ik ben tevreden. De nieuwe snelweg komt er toch wel. Maar nu zoals ik het graag zie: met zo min mogelijk ongunstige raakvlakken tussen bouw en natuur en zo groot mogelijke ecologische verbetering achteraf.’