Kennisdelen met captains en storms
Dit artikel is geschreven door Jan Maurtis Schouten, hoofdredacteur Houtblad en gepubliceerd in Het Houtblad, april 2022, jaargang 34, nummer 3.
Ze hebben geen eigen houten huizenfabriek bij bouwbedrijf Dura Vermeer. In houtbouw wordt samengewerkt met ketenpartners. Dura Vermeer heeft wel een aantal houtbouwconcepten, waarvan er steeds meer gerealiseerd worden. En er staat een heel concrete doelstelling voor het hele bedrijf: tenminste 20 procent van de woningproductie in 2030 moet van hout zijn. Dat vraagt nogal wat van een organisatie. Een team van houtcaptains moet die transitie helpen versnellen.
‘Nee, wij zullen er niet op worden afgerekend als we niet precies die 20 procent halen’, zegt André Hehemann, projectmanager bij Dura Vermeer Bouw Heyma, de werkmaatschappij die zich richt op transformatie en renovatie van bestaande gebouwen. Hehemann is één van de zeven medewerkers van het grote bouw- en infrabedrijf die zich ‘houtcaptain’ mag noemen. Ze zijn afkomstig uit elke werkmaatschappij van Dura Vermeer en komen regelmatig bij elkaar. Hun taak is het vergroten van de interne kennis op het gebied van bouwen met hout. Om de doelstelling te halen. ‘In dit bedrijf is niet zo’n afrekencultuur. Er is een gedeelde ambitie. We willen met zijn allen die doelstelling halen. Omdat met hout bouwen natuurlijk heel veel voordelen heeft. Hout is circulair, je slaat CO2 op en de grondstof groeit terug in de tijd waarin je het gebouw gebruikt. Tegengaan van de klimaatverandering gaat ons allemaal aan het hart.’
Verticale bouwlogistiek
Wat nog niet betekent dat de stap naar houtbouw eenvoudig is. ‘De bouw is een enorm complexe keten, met tal van stakeholders. Daardoor is het niet altijd eenvoudig om dingen te veranderen.’ Daarom zijn dus juist ook die houtcaptains bedacht. De captains worden betrokken bij de ontwikkeling en realisatie van houtbouwprojecten. Ze bezoeken projecten en delen kennis en ervaringen uit de markt met elkaar. Zo worden in de uitbreidingswijk De Zangvogel in Vlaardingen 12 woningen in houtskeletbouw uitgevoerd. Hehemann: ‘Een heel interessant project waar we veel leren. Bijvoorbeeld in de bouwlogistiek. Normaal is die ‘horizontaal’: overal eerst de fundering, daarna overal eerst de muren op de begane grond, en zo door. Het is niet erg als kalkzandsteen of beton een tijd in de regen staat, dat droogt wel weer. Bij houtbouw wil je niet dat het materiaal zo nat wordt. Dus dan wil je liever verticale bouwlogistiek, een woning zo snel mogelijk omhoog bouwen en dichtmaken. Bij houtbouw heb je daar natuurlijk ook alle mogelijkheden voor, omdat het zo snel gaat. En dat neemt weer een andere manier van inkopen met zich mee, andere afspraken, deels met andere leveranciers dan je gewend bent.’
Houtstorms
Zo zijn er in de hele organisatie van het bouwbedrijf uiteenlopende vragen over houtbouw. Daarvoor zijn zogenaamde ‘houtstorms’ bedacht: één keer in de twee weken staat een digitaal podium opgesteld waar iedereen uit de organisatie zijn vragen kan stellen en de houtcaptains antwoorden geven of met de vraag aan de slag gaan. Verder zijn er expertmeetings en is er een intern kennisplatform opgezet, ‘Inhout’ genaamd. ‘Dat je op de bouw nog maar heel weinig kunt corrigeren of bedenken is ook echt iets dat we tegenkomen’, zegt Hehemann. ‘De bouw is nog altijd een proces waarbij veel ter plekke wordt opgelost. Dat gaat bij houtbouw niet. Zeker als het hout in het zicht zit, wil je daar niet achteraf nog in moeten boren of frezen. Echt álles moet van tevoren uitgedacht en ingetekend zijn.’ En als je dat doortrekt wordt het hele bouwproces eigenlijk op de schop genomen: ‘Het is anders ontwerpen, voorbereiden, inkopen en uitvoeren. Je hebt er ook andere architecten, adviesbureaus in bouwfysica, constructies en installaties bij nodig. Of dezelfde partijen, als die zich ook aan de veranderde vraag aanpassen.’
Urban Miner ‘Ook richten we ons op circulariteit: bij het einde van de levensduur van een gebouw nemen we het hout weer uit het gebouw. Hoe gaan we het vervolgens zo hoogwaardig mogelijk terug in de bouwketen brengen? Dura Vermeer heeft daar een nieuw bedrijfsonderdeel voor opgezet, Urban Miner.’ Zo gezien is het een forse klus, die de houtcaptains te doen staat. ‘Je ziet overal, op alle gebieden, toch een drive om het voor elkaar te krijgen. Zowel in ons eigen bedrijf als bij de ketenpartners. We hebben een duidelijke doelstelling, als samenleving en dus ook in ons bedrijf. Het gaat erom dat iedereen het gevoel krijgt van “Daar heb ik iets mee te maken. Daar heb ik invloed op.” Dan kan het gaan om kleine stappen. Die zijn ook belangrijk.”
DURA VERMEER EN HOUTBOUW
Bouwbedrijf Dura Vermeer bouwt op dit moment in Nijmegen Hortus Ludi, 11 woningen van vier verdiepingen, met een constructie van CLT. Ook van CLT: Het Jeroen Pithuis voor chronisch ernstig zieke kinderen in Amsterdam. Verder worden nu in de wijk Zangvogel in Vlaardingen 12 woningen in hsb gebouwd (in een eerdere fase werden daar al 8 hsb-woningen gebouwd). Ook de nieuwe Onderwijsboulevard MBO in Utrecht wordt van hsb, evenals het regiokantoor van Alliander in Amsterdam en een deel van de wijk De Fruitmeester in Beverwijk. Het re-integratiebedrijf XL Weener in Den Bosch krijgt een houten post-and-beam skelet. Daarnaast heeft het bedrijf een aantal houtbouwconcepten, zoals ‘Blokje Om’: het razendsnel herbouwen van woningen nadat ze zijn afgebroken, gebruikmakend van de oude fundamenten. Zoals op dit moment 220 woningen in de buurt Jerusalem in Nijmegen. Een extra duurzame variant van ‘Blokje Om’ is ‘Blokje Opnieuw’: ver boven de BENG-eisen geïsoleerd, meer circulair en klimaat adaptief. En dan is er ‘Blokje Omhoog’: een concept dat draait om een met staal versterkte ‘Smart Box’ met de technische ruimte, keuken en natte groep, die als stabiliteitskern op elkaar gestapeld kan worden met daaromheen appartementen in hsb. Het Overijsselse Losser heeft daarvan de primeur met een drielaags gebouw met 16 woningen.