Willem Philipsen maakt Rotterdam bewust van een inclusieve stad
Een inclusieve stad begint bij bewustwording, zegt Willem Philipsen van de gemeente Rotterdam. Willem Philipsen (40) is sinds een jaar programmamanager Rotterdam Onbeperkt bij de gemeente Rotterdam. “Dat gaat, kortgezegd, over hoe we mensen met een beperking beter betrekken bij de samenleving, hoe we ervoor zorgen dat ze beter mee kunnen doen.” Zelf loopt hij ook met een wandelstok, dus de toegankelijkheid van de openbare ruimte is hem goed bekend.
Willem is de schakel tussen Rotterdammers met een beperking en de gemeente. “Ik ben heel erg van het warme contact tussen burger en organisatie, maar ook van het activeren van mensen. Ik moet van schoonmaker tot burgemeester over dit onderwerp kunnen spreken.” Daarnaast is hij bij uitstek een toegankelijkheidsambassadeur: “Ik probeer dingen die onzichtbaar blijven, zichtbaar te maken.” De onderwerpen die hem bezighouden zijn divers: “Van de maatvoering van rolstoelparkeervakken, openbaar toegankelijke toiletten voor mensen met een beperking, tot het toegankelijk maken van ieder café, restaurant en sportclub.” Op dit moment is hij onder meer bezig met de stoeptegels met noppen die mensen met een visuele beperking laten zien dat er een kruispunt aankomt. “Door die noppen wit te maken tegen een grijze achtergrond, kunnen veel mensen zien dat de stoep ophoudt.”
Ook zet hij zich in voor het verlagen van alle op- en afritten van de stoep. “Zodat mensen in een rolstoel smooth de stoep op- en afkunnen. Daarbij gaat het soms om centimeters, soms is het te steil of zijn ze niet goed aangelegd.” Nota bene de recent gerenoveerde Coolsingel, waar Willem zijn werkplek, het Stadhuis, prominent aan ligt, is volgens hem een goed voorbeeld van een slecht ontwerp. “De Coolsingel is een draak. De fietspaden zijn heel breed, dus je kunt moeilijk oversteken met een beperking. Ook hoor ik van mensen in een rolstoel dat de ondergrond niet gewaardeerd wordt, want die prachtige natuursteen zorgt voor een trilling in je stoel.”
Pleinen of straten in Rotterdam die écht goed toegankelijk zijn, kan hij niet één, twee, drie opnoemen. “Dat is wel een teken dat er nog een hoop werk aan de winkel is.” Volgens Willem is de historische context een belangrijke verklaring voor het gebrek aan goede openbare toegankelijke ruimte. “Je moet bedenken dat we al eeuwenlang mensen met een fysieke beperking wegstoppen in instellingen in buitengebieden, omdat ze afweken van de norm. Nu vinden we dat de samenleving voor iedereen toegankelijk moet zijn, maar daar is de samenleving nog niet op ingericht.”
Volgens hem is het sleutelwoord: bewustwording. “Daar begint verandering. Het helpt als mensen zich realiseren hoe het is om een beperking te hebben. Door verhalen te horen, of dingen te ervaren. Zo ging wethouder Faouzi Achbar een keer mee met de ervaringsdeskundige van stichting MEE en moest hij een bril op die slechtziendheid simuleert. Hij vond dat zo’n ingrijpende,
verdiepende ervaring dat hij er nog regelmatig over praat.”
Een obstakel is voor Willem het tempo waarop verandering gaat. “Na twee jaar ligt de blindegeleidelijn vanaf de tramhalte naar Burgerzaken er nog maar deels. Ik ben een actiegericht persoon, ik heb daar het geduld niet voor.” Gelukkig worden er wél stappen gezet. “Het Hofbogenpark is het eerste nieuwe park dat gemaakt wordt, dus daar wordt toegankelijkheid al in de opdracht meegenomen. En we zijn bezig met het realiseren van een super toegankelijke route, vanaf het Hofplein naar het Hofbogenpark, samen met kinderen van de Mytylschool, de Visio school en het Grafisch Lyceum.”
Vanuit het motto van het VN-verdrag Handicap: ‘Niets over ons, zonder ons’, probeert Willem namens de gemeente zoveel mogelijk te doen in co-creatie met de mensen waar het om draait. “Dus zij hebben de route gelopen en alles kunnen meegeven waar zij, soms letterlijk, tegenaan lopen.” Wat nog een wens zou zijn? “Als ik echt utopisch mag denken – en dat doe ik graag, zou ik willen dat toegankelijkheid al wordt meegenomen in het ontwerp. Ik zou tegen
architecten willen zeggen: ontwerp voor iedereen, vanuit een universal design-visie, in plaats van alleen maar esthetiek of grandeur, waarbij toegankelijkheid aan het einde komt.” Hij benadrukt dat dingen achteraf aanpassen juist veel geld kost. “En dan krijg je de kritiek dat het er niet uitziet, omdat het in een
bestaand ontwerp gepast moet worden.”
Willem Philipsen maakt Rotterdam bewust van een inclusieve stad
Dit artikel is onderdeel van een reeks die voortkomt uit de Programmalijn Sociale Impact en draagt bij aan onze pijler 'samenleving versterken' vanuit ons kompas Het Goede Doen. We stimuleren bewustwording en concrete acties voor een inclusieve samenleving waarin iedereen kan deelnemen. Onze focus ligt op duurzame, structurele impact, zodat de leefomgevingen die we vandaag ontwikkelen, ook in de toekomst inclusief en toegankelijk blijven.
De (ON)beperkte stad
Wij nodigen je uit om je te laten inspireren door deze verhalen. Om het gesprek aan te gaan en te blijven leren van een perspectief dat niet de norm is. Om zo de samenleving te versterken en gezamenlijk te werken aan een onbeperkte stad, waarin iedereen de kans krijgt om mee te doen.
Dat is voor ons Het Goede Doen.
Credits
De publicatie ‘De (on)beperkte stad’ is een samenwerking van Rotterdam Onbeperkt van Gemeente Rotterdam, Programmalijn Sociale Impact van Dura Vermeer en Social Snackbar.
De verhalen in deze publicatie zijn van Astrid Waalder, Chery Salinas, Fedde Edens & Annemiek Edens-Viergever, Mevrouw Stittelaar van Brenkelen, Misja Immink, Rita van Driel, Sana Ebrahimin, Sonja Cordemans, Suzanne van Ginneken en Willem Philipsen
Proces en productie: Social Snackbar
Tekst: Tara Lewis en Anneke Kortleve
Fotografie: Khalid Amakran via Flowerdales Agency en Paul van Wijngaarden
Vormgeving: ST-DUO