Hier lieten wij het spoor ondergronds verdwijnen
Herontwikkeling
Voor spoorbeheerder ProRail en Gemeente Delft was het treinspoor door Delft al jaren een knelpunt. Het treinviaduct dat loopt langs de historische binnenstad leverde geluidsoverlast op voor omwonenden en bracht (veiligheids)risico’s met zich mee. Het was met zijn twee sporen ook niet berekend op het treinverkeer. Het viaduct door Delft was bovendien een flessenhals in het drukste spoortraject in de Randstad, met 350 treinen per dag. Het ontsierde het historische stadsbeeld en sneed de stad in tweeën. Beide partijen hadden de ambitie om deze problemen op te lossen door Spoorzone Delft te herontwikkelen. Onderdeel hiervan was de bouw van een 2,3 kilometer lange vier sporen spoortunnel en een goed bereikbaar ondergronds treinstation als onderdeel van een compact knooppunt voor openbaar vervoer.
DE UITDAGING
HERONTWIKKELING
UITDAGENDE LOCATIE
De uitdaging van Combinatie CrommeLijn (Dura Vermeer, CFE en Mobilis) zat in het ondergronds bouwen in dichtbevolkt gebied. De spoortunnel gaat dwars door Delft en loopt langs enkele monumentale of op staal gebouwde panden. Dit stelde hoge eisen aan de bouwmethode en het vakmanschap, waarmee deze werd uitgevoerd. Voor het grootste gedeelte van de bouw van de spoortunnel is gebruikt gemaakt van de "wanden-dakmethode" in combinatie met diepwanden. Dit is een trillings- en geluidsarme bouwmethode. Waar dit niet kon, zoals bij water, werd gebruik gemaakt van de damwandmethode. Binnen de hekken van het bouwterrein was veel aandacht om de veiligheid van het bouwpersoneel te garanderen. Buiten de hekken is hoog ingezet op communicatie met de omgeving om de verwachtingen rondom veranderingen, hinder en overlast maximaal te managen.